~ 1500 v. Chr.
In Mexico wordt de cacaoboom ontdekt.
~ 1150 v. Chr.
Op kleischerven in Honduras duiken de eerste cacaosporen op.
~ 1000 v. Chr.
Het Mexicaanse volk van de Olmeken ontdekt cacao in eerste instantie als vloeibaar voedingsmiddel.
300 – 900 n. Chr.
De Maya’s vereren de cacaoboom als een geschenk van de goden. Uit zijn vruchten – veredeld met diverse specerijen – maken ze de eerste chocoladedrank, die vruchtbaarheid en een lang leven zou schenken als je hem dronk.
vanaf 1200 n. Chr.
Ook de Azteken kennen een bijzondere betekenis toe aan cacao. Voor hen is het een bron van wijsheid en mannelijke kracht, die – net als bij de Maya’s – als een bittere drank wordt genuttigd.
1502
Christoffel Columbus krijgt bij zijn landing op de Midden-Amerikaanse kusten als eerste Europeaan cacaobonen in handen. Hoewel hij niet veel kan beginnen met dit vreemde ruilgoed, neemt hij het desondanks mee terug naar Spanje.
1519
Korte tijd na Columbus ontdekt de Spaanse conquistador Hernan Cortés de cacaoboon als een betaalmiddel. Hij cultiveert de systematische cacaoteelt.
vanaf 1528
Nu vindt de cacao ook definitief zijn weg naar Europa als voedingsmiddel.
18e en 19e eeuw
In de 18e, maar vooral in de 19e eeuw worden belangrijke basismethodes voor de chocoladebereiding ontwikkeld. Tijdens de industriële revolutie ontstaan machines voor het fijnwalsen. Later ontdekt men de mogelijkheid om de cacaoboter uit te persen. In 1875 komt melkpoeder op als nieuw ingrediënt, waarmee voor het eerst melkchocolade kan worden gemaakt. Tegen het eind van de 19e eeuw presenteert de Zwitserse chocolatier Rodolphe Lindt de eerste concheermachine, met behulp waarvan het snoepgoed chocolade een duidelijke kwaliteitsverbetering ondergaat.