LOCATIE
Cacaobomen zijn zeer veeleisende planten. Ze houden van een warme, vochtige omgeving en gedijen uitsluitend op een bodem die rijk is aan voedingsstoffen. De landen op de evenaar bieden precies de juiste omstandigheden. Vandaar dat de cacaoteelt voornamelijk in Afrika en Zuid-Amerika plaatsvindt.
Bij de biologische teelt wordt erop gelet dat het leefmilieu van de cacaoboom in stand wordt gehouden door teelt in mengculturen. Dit komt niet alleen ten goede aan de cacao, maar ook aan de natuurlijke flora en fauna van de omgeving. De belangrijkste teeltgebieden van edelcacao bevinden zich in Zuid-Amerika. De Dominicaanse Republiek is het voornaamste exportland van bio cacao.
OOGSTEN
De cacaovrucht groeit dicht tegen de stam en is meestal geelrood van kleur als hij rijp is. Met een kapmes wordt de vrucht, die gemiddeld 15 tot 20 cm groot is, van de boom losgekapt. Voor Forastero- en Trinitario-cacao uit de Dominicaanse Republiek vormen de maanden april tot juli de beste oogstperiode. Voor Arriba-edelcacao uit Ecuador zijn dit de maanden maart tot juni.
FERMENTEREN
Na de oogst wordt de cacaovrucht geopend en zien we het witte vruchtvlees met 30 tot 60 zaden: de cacaobonen. Deze worden van het vruchtvlees (dat overigens eetbaar is) losgemaakt en op bananenbladen gestapeld en toegedekt. In de daaropvolgende 5 tot 10 dagen vindt de fermentatie plaats. Dit is een gistingsproces, dat de basis legt voor het karakteristieke cacao-aroma.
DROGEN
Na het fermenteren worden de vochtige cacaobonen in de zon gedroogd, om eventuele schimmelvorming te voorkomen. Pas als de bonen volkomen droog zijn, wordt de ruwe cacao in zakken gedaan en start de voorbereiding voor het transport naar de chocoladelanden.